Tinnitus – het waarnemen van geluiden (zoals rinkelen, zoemen of sissen) zonder dat er een externe bron is – is niet alleen een probleem van het oor, maar hangt nauw samen met de manier waarop de hersenen geluiden verwerken.
Het kan één of beide oren aantasten en het geluid kan constant of onderbroken zijn, hard of zacht, en variëren van licht hinderlijk tot ernstig invaliderend.
Tinnitus kan ingrijpende gevolgen hebben voor de hersenen, vooral wanneer het chronisch of ernstig is. Hoewel tinnitus in de oren begint, hangen de aanhoudende waarneming en de effecten ervan voornamelijk af van hoe de hersenen reageren op en zich aanpassen aan de abnormale signalen.
Hoe tinnitus de hersenen beïnvloedt:
1. Veranderingen in de auditieve verwerking
De hersenen proberen het verlies of de verminderde input van het oor (bijvoorbeeld door gehoorverlies) te compenseren.
Deze compensatie leidt tot hyperactiviteit in de auditieve cortex, wat kan resulteren in de voortdurende waarneming van fantoomgeluiden (rinkelen, zoemen, lawaai, etc.).
2. Betrokkenheid van niet-auditieve hersengebieden