1. Antihistaminica van de eerste generatie (bijv. difenhydramine, hydroxyzine)
– vaak gebruikt bij allergieën en slapeloosheid.
📛 Ze hebben een kalmerend effect, maar blokkeren acetylcholine, een belangrijke neurotransmitter.
2. Tricyclische antidepressiva (bijv. amitriptyline, doxepine)
– worden gebruikt voor de behandeling van depressie, angst en neuropathische pijn.
📛 Ze hebben een sterke anticholinerge werking.
3. Antidiuretica bij urine-incontinentie (bijv. oxybutynine, tolterodine)
📛 Worden vaak voorgeschreven aan ouderen, maar kunnen het geheugen en de concentratie aantasten.
4. Geneesmiddelen tegen misselijkheid en braken (bijv. promethazine, prochloorperazine)
📛 Hoog risico bij langdurig gebruik.
5. Sommige anti-epileptica en angstremmende middelen (bijv. benzodiazepinen: diazepam, lorazepam)
📛 Kunnen cognitieve stoornissen veroorzaken, zelfs na stopzetting.
6. Slaappillen en kalmeringsmiddelen (bijv. zolpidem)
📛 Ze verstoren de natuurlijke slaapcyclus en verzwakken de fasen van diepe slaap, die cruciaal zijn voor de regeneratie van de hersenen.