Op een avond werd ik door een klop op de deur naar Julians kantoor geslingerd. Vlak voordat ik de deurknop omdraaide, verstijfde ik. Stemmen filterden door het hout – Julians diepe stem en het scherpe gefluister van zijn moeder, Genevieve.
« Zodra we haar kalmeren, is wat er gebeurd is niet eens meer mogelijk, » zei Genevieve koel.
Julian, die zich meteen verveelde, « dan is het mogelijk om te trouwen. Voordat ze wakker wordt, zal het kind van ons zijn. »
« Onze erfgenaam, » zegt Genevieve vol trots.
Mijn hart bonsde zo hard dat ik dacht dat ze het zouden horen. Ze waren niet van plan me een kind te geven. Wij waren van plan het achter te laten.
Een noodpakket
Die nacht, terwijl Julian sliep, sloop hij zijn kantoor binnen. In een veilige container die gewaardeerd werd – zijn « impactbag ». Altijd omschreven als zijn noodoverlevingspakket. Voor mij was het een reddingslijn geworden.
Binnenin lagen stapels geld, sleutels en paspoorten met valse namen. Op één ervan stond een foto van mij. Mijn handen trilden terwijl ik in mezelf fluisterde: « Misschien heb je mijn ontsnapping al gepland, Julian. »
Ik pakte mijn tas, pakte mijn telefoon en draaide een nummer dat ik al vijf jaar niet had gebeld.
« Hallo? » antwoordde een diepe, onbekende stem.
« Pap, » fluisterde ik. Tranen sloten zich in mijn keel. « Ik ben het. Ik heb je hulp nodig. Alsjeblieft. »
Een moment stilte. Toen veranderde zijn toon, scherp en zelfverzekerd – de stem van de inlichtingenofficier die hij ooit was. « Vertel me alles. »
Ik gooide het eruit, trillend van de pijn. Toen ik klaar was, klonk er geen enkele aarzeling in zijn stem. « Er is een chartervlucht naar Lissabon om zeven uur ‘s ochtends. Als je het haalt, regel ik de rest. »
Een gemiste vlucht
Voor zonsopgang glipte ik het landhuis uit. Mijn pols bonsde in mijn keel. Elke stap richting de luchthaven voelde als vrijheid.
Bij de balie gaf ik mijn paspoort af. De medewerker scande het en keek me toen vreemd aan. Een lange man in een zwart pak kwam dichterbij.