De geur van kip met rozemarijn vulde de keuken, warm en uitnodigend, maar op de een of andere manier kon het de spanning niet verlichten. Mijn schoonmoeder, Gloria, stond aan het aanrecht en inspecteerde mijn gerecht als een inspecteur van de gezondheidsdienst, op zoek naar overtredingen. Haar rode nagels tikten op het marmer, haar lippen tuitten. « Het is een beetje… droog, vind je niet? » zei ze, luid genoeg zodat iedereen in de woonkamer het kon horen.
Jarenlang slikte ik haar woorden als bittere pil. Elk bezoek bracht een nieuwe belediging met zich mee, vermomd als ‘advies’. Ik was ‘te stil’, ‘te soft’, ‘niet zo’n goede kok’ en ‘te modern om familiewaarden te begrijpen’. Haar dochter, Melissa, bladerde altijd door mijn oude fotoalbums en lachte om de foto’s uit mijn studententijd. Haar nichtjes gooiden mijn favoriete vaas kapot – een cadeau van mijn overleden oma – en Gloria haalde alleen haar schouders op. ‘Het zijn maar kinderen, schatje,’ zei ze terwijl ik op de grond knielde en de scherven opraapte. Familiespelletjes
En door dit alles heen glimlachte ik. Ik speelde de beleefde echtgenote, de onderdanige schoondochter. Ik zei tegen mezelf dat de vrede bewaren belangrijker was dan mijn trots verdedigen. Mijn man, Ethan, zei altijd: « Ze meent het niet zo. Laat het gewoon gaan. » En dat deed ik – tot die avond.