De schreeuw die de stilte en de steriele sfeer van de verloskamer doorbrak, was geen gewoon geluid; het was een ontwaken. Een geboorte op een plek waar zojuist wanhoop was verschenen. Terwijl Benjamin elke ademhaling nam, veranderde de kamer van een zee van actie in een ruimte van hectische activiteit en geconcentreerde vastberadenheid. Arts, verpleegkundige, elke arts beviel met een hernieuwd gevoel van doelgerichtheid, en hun daaropvolgende choreografie van urgentie en zorg.
Emily, verzwakt door de medische staf die haar pasgeboren zoon vasthield, klampte zich vast aan Michael en voelde de warmte in haar ledematen terugkeren terwijl Benjamins snikken aanhield. Deze snik, hoewel zwak en geforceerd, was als een normale snik op zee. Het was een levensbevestigend verhoor, dat de grimmige uitspraken die de kamer al hadden gevuld, logenstrafte.
Jakub, zwijgend naast het bed, had zich niet bewogen. Zijn kleine resten waren vastgepind aan de plastic zijkanten, zijn ogen wijd open en stil. De complexiteit van wat hij in zich opnam werd niet volledig begrepen, maar het gevoel dat er een diepgaande verandering in hem had plaatsgevonden. Eerder had hij afscheid genomen van een broer die hij nooit had ontmoet, en nu leefde die broer misschien nog. Zijn daden wekten een mengeling van bewondering en angst op, maar bovenal was het beschermende schild in hem verdwenen.