Emily Turner stond in de marmeren hal van haar villa in Californië en haar hart ging tekeer toen haar man Richard binnenkwam met een brunette die de helft ouder was dan hij.
De vrouw kroop tegen hem aan, met de zelfgenoegzaamheid van iemand die al een stuk land heeft veroverd.
« Dit is Vanessa, » kondigde Richard aan, terwijl hij zijn sleutels op tafel gooide alsof hij een vriend voorstelde.
« Hij zal hier wonen. »
« Hier? In ons huis? »
“Ja, hier,” gromde Richard.
« Wees niet verbaasd. Je stelt me alleen maar teleur. Je verdient deze villa niet. Vanessa waardeert me tenminste. »
Vanessa’s glimlach werd dieper toen haar gemanicuurde vingers over de balustrade gleden. De wreedheid in Richards stem deed meer pijn dan het verraad zelf.
Op de trap verstijfde hun tienerzoon Michael. « Pap, wat is dit? Je neemt haar mee naar huis en vernedert mama? »
« Pas op wat je zegt. Je hebt alles wat je hebt aan mij te danken. Ik bepaal hier de regels. »
Emily voelde een beklemd gevoel op de borst.
Ze kalmeerde haar stem. « Als je vindt dat ik deze villa niet verdien, is het tijd dat je de feiten kent. »
Richard fronste verward. « Welke feiten? »
Emily ging naar haar kantoor en kwam terug met een map vol juridische documenten. « Lees het. »
Richard scande de eerste pagina. Het was een eigendomsakte van een villa, gedateerd twaalf jaar geleden – met één naam: Emily Turner.
Zijn handen trilden terwijl hij door de pagina’s bladerde: leningovereenkomsten, eigendomsakten, betalingsoverzichten – allemaal op Emily’s naam. Geen enkel document droeg zijn handtekening.
“Dit… dit kan niet waar zijn,” fluisterde hij.