Elke dag vond een gepensioneerde een vers brood, verpakt in cellofaan, op zijn veranda. Hij had geen idee waar het brood vandaan kwam en toen hij de politie belde, was hij geschokt.

Elke ochtend, precies op hetzelfde tijdstip, liep de pensionaris de veranda van zijn huis op, waar hetzelfde vreemde geschenk op hem wachtte: een vers brood, verpakt in cellofaan. De verpakking droeg een felgekleurd label met de naam van een onbekende winkel. De naam klonk onbekend, alsof het uit een ander land kwam, en de oude man had meteen het gevoel dat er iets mis was.
Voor het eerst besefte hij dat het misschien zijn buren waren die zich zorgen maakten: iemand had zijn eenzaamheid opgemerkt en had besloten hem te helpen met de boodschappen.
Hij was zelfs een beetje ontroerd, maar at het brood toch niet op. Iets in hem zei dat gratis cadeaus nooit willekeurig zijn.
De volgende dag herhaalde hetzelfde verhaal zich: hetzelfde brood, in dezelfde verpakking, op dezelfde plek. Toen bedacht hij dat de sociale dienst misschien een nieuw programma had gelanceerd om gepensioneerden te ondersteunen.
Maar het vreemde was dat niemand van zijn buren er melding van had gemaakt en dat hij er ook geen melding van had gekregen.