Het was een rustige middag – zo’n middag waarop het zonlicht een warme, gouden gloed over het gazon werpt en de lucht stil en vredig aanvoelt. Ik dwaalde door mijn achtertuin, in gedachten verzonken, toen iets ongewoons mijn aandacht trok tussen de grassprieten.
Op het eerste gezicht leek het een weggegooid touw, losjes opgerold en stil op de grond liggend. Geïntrigeerd stapte ik dichterbij, nieuwsgierigheid vermengd met een sluipend gevoel van onbehagen.
Was het gewoon een touw? Of iets anders?
Toen ik dichterbij kwam, zag ik een subtiele beweging – nauwelijks waarneembaar, maar genoeg om mijn hartslag te verhogen. Het object bewoog, pulseerde bijna. Een angstaanjagende gedachte schoot door mijn hoofd: zou het een slang zijn?
De onthulling: een processie van rupsen
Met mijn bonzend hart en telefoon in de hand kwam ik voorzichtig dichterbij om dit mysterieuze schouwspel vast te leggen. En toen openbaarde het zich.
Tot mijn verbazing – en opluchting – was het geen touw. En ook geen slang.
Het was een lange, gecoördineerde rij rupsen – zo’n 150 in totaal – die zich in perfecte harmonie samen bewogen. Een levende, golvende draad die door het gras slingerde, waarbij elke rups de vorige met onwrikbare toewijding volgde. Het was betoverend. Prachtig. Surrealistisch.