Het was een sombere winteravond toen ik voor het eerst het ellendige gehuil hoorde. Het geluid was zwak, bijna overstemd door de gure wind die door de bomen blies, maar het kwam uit het huis van mijn buurman. Die man, bekend om zijn agressieve gedrag en overmatige alcoholgebruik, was altijd al een bron van spanning in onze buurt. Toch kon ik niet negeren wat ik die avond hoorde.
De ontdekking van een slachtoffer
Dagen gingen voorbij, en telkens wanneer mijn buurman even weg was, hoorde ik opnieuw datzelfde klagelijke gehuil. Het brak mijn hart. Mijn vermoeden werd bevestigd: ergens in dat huis zat een hond opgesloten, een arme ziel die waarschijnlijk werd mishandeld. Ik wist dat mijn buurman niet in staat was liefde of zorg te tonen, zeker niet in de gemoedstoestand waarin hij zich altijd bevond.
Op een dag, toen mijn buurman luidruchtig het huis verliet met een fles in de hand, hoorde ik meer. Een gestommel, een kort gekrijs en daarna stilte. Ik keek mijn andere buurman aan, die ook was komen kijken. We wisten dat we iets moesten doen.