Oefening 5
1. Vraag uw baby om rechtop te staan en zijn armen naar beneden te doen.
2. Vraag hem om zijn hand naar voren te strekken, met de handpalm naar boven, en naar het topje van zijn ringvinger te kijken.
3. Vertel hem dat als hij zijn vinger heel langzaam naar zijn gezicht beweegt, zonder zijn ogen ervan af te halen, hij twee ringvingers tegelijk zal zien.
4. Als uw baby geïnteresseerd is in dit spel, vraag hem dan om ook naar de andere vingers te kijken en deze langzaam dichter bij zijn gezicht te brengen.
Oefening 6
1. Vraag uw baby om rechtop te staan en zijn armen naar beneden te doen.
2. Laat hem zijn rechterhand naar voren strekken en kijk naar zijn duim terwijl je tot vijf telt.
3. Tel tot vijf en vraag het kind om zijn linkeroog te bedekken met de palm van zijn linkerhand.
4. Tel opnieuw hardop tot vijf. Vraag je kind om bij het tellen tot vijf zijn handpalm weg te halen en opnieuw naar zijn duim te kijken.
5. Laat uw kind de oefening herhalen en kijk nu met zijn linkeroog naar de vinger van zijn uitgestoken linkerhand.
6. Als het kind niet moe is, herhaal de oefening dan nog een paar keer.
Tot het menselijk gezichtsorgaan behoren de oogbollen (ogen) en het hulpapparaat: de oogleden, wimpers, wenkbrauwen, traanklieren en oogspieren.
Oefening 7
1. Wanneer u uw kind naar bed brengt, vertel hem of haar dan dat u een wondermiddel kent voor mooie dromen.
2. Vraag hem om zijn ogen te sluiten en aai over de oogleden van de baby, van de binnenkant naar de buitenkant.
3. Masseer de oogleden van de baby met cirkelvormige bewegingen van uw wijsvingers gedurende 1 minuut.
