3. Moeite met Basale Lichaamsfuncties
Wanneer je hond moeite krijgt met het controleren van zijn blaas of darmen (incontinentie), kan dit te wijten zijn aan spierzwakte, neurologische problemen of een verminderde orgaanfunctie. Regelmatige ongelukjes in huis, terwijl hij voorheen zindelijk was, of zichtbare moeite met opstaan, lopen of blijven staan, kunnen duidelijke waarschuwingssignalen zijn.
4. Verlies van Eetlust en Dorst
Een hond die ooit een enthousiaste eter was en plotseling zijn voedsel negeert of weigert water te drinken, is een serieuze reden tot zorg. Verlies van eetlust kan snel leiden tot gewichtsverlies en ondervoeding, terwijl uitdroging (dehydratatie) kan leiden tot orgaanfalen en aanzienlijk ongemak. Hoewel een dagje minder eten niet direct paniek hoeft te zijn, is aanhoudende weigering van voedsel of water een alarmsignaal.
5. Extreme Vermoeidheid en Langer Slapen dan Normaal
Oudere of zieke honden hebben de neiging om veel meer te slapen en lijken soms de interesse in hun omgeving te verliezen. Als je hond aanzienlijk meer slaapt dan voorheen, moeilijk wakker te krijgen is, of niet meer graag opstaat voor dingen die hij normaal leuk vond, kan dit een teken zijn dat zijn lichaam het opgeeft en energie spaart.
6. Braken en Spijsverteringsproblemen
Frequent braken, aanhoudende diarree, of duidelijke tekenen van misselijkheid (kwijlen, smakken) kunnen wijzen op ernstige interne problemen, zoals maag-darmklachten, nier- of leverfalen, of andere aandoeningen. Hoewel een incidenteel maagprobleem kan voorkomen, vereist aanhoudend braken of diarree onmiddellijke diergeneeskundige aandacht.
7. Moeizame of Abnormale Ademhaling
Als je hond zichtbaar moeite heeft met ademhalen (benauwdheid), een rochelende ademhaling heeft, oppervlakkig of juist heel diep en geforceerd ademt, hoest, of ‘pompend’ ademt, kan dit duiden op vochtophoping in de longen (longoedeem), hartproblemen, een longontsteking of andere ernstige medische aandoeningen. Elke opvallende verandering in het ademhalingspatroon moet met spoed door een dierenarts worden onderzocht.
8. Veranderingen in de Kleur van het Tandvlees